In het midden van de jaren zestig kwam de Bossche jeugd ineens in beweging. Vanaf 1965 tot en met het einde van de zomer werd de binnenstad regelmatig geconfronteerd met wrijvingen tussen de 'vetkuiven' en de 'artistiekelingen'. Het jaar daarop, in augustus 1966, maakte de stad kennis met 'happenings'. Op woensdag 3 augustus 1966 besloten drie Bossche dichters, Hans Vlek, Peter H. van Lieshout en Frans Kuipers, om spontaan gedichten te gaan voorlezen. Men wilde dat belangstellenden niet meer naar de boekhandel hoefden om dichtbundels te kopen. Gedichten moest men overal kunnen voorlezen en kunnen aanhoren. Het sloeg aan in de Bossche stationshal waar deze eerste spontane happening plaatsvond. Het drietal liet dan ook direct aan de krant weten dat ermee zou worden doorgegaan. Twee weken lang zouden de drie dichters rond het beeld van Jeroen Bosch in gezelschap van anderen gedichten voorlezen.
Op 4 augustus 1966, 's avonds om 9 uur, begon het voorlezen. Peter van Lieshout legt de bedoeling uit: „Omdat poëzie behoefte heeft aan de klank van het gesproken woord, aan de klank van het toebehoren, en aan de klank van de reactie, MOET de poëzie de straat op. Het is spreken of verzuipen. Zodra de mens dreigt te vergeten, dat sprookjes, geruststellingen, anekdotes en eenvoudige medemenselijkheid even belangrijk zijn als brood, water en licht, raakt er iets fout. Zodoende: poëzie in levende lijve. Dichters, die hun nieuwste werk presenteren aan iedereen, die het oor wil lenen.” Daarna draagt Hans Vlek twee gedichten voor en dan is het de beurt aan Peter van Lieshout. Maar hij krijgt de kans niet.
Plotseling, zonder waarschuwing, rijdt een motor met zijspan in op de groep van dertig mensen die voor het standbeeld van Jeroen Bosch staan te luisteren. Drie agenten volgen, van wie er een met een gummiknuppel zwaait. „Dat happenen moet maar in Amsterdam gebeuren. In Den Bosch wordt het meteen de kop ingedrukt.” Een andere agent zegt dat burgemeester Lambooy strikte orders had gegeven de happening uiteen te slaan. Wij wilden helemaal niet provoceren, zo zeiden de dichters, maar we zullen officieel een vergunning aanvragen.
Vrijdagavond is de nieuwe happening. De burgemeester had er toestemming voor gegeven. Honderd mensen ongeveer luisterden naar hetgeen er voorgelezen werd. Om half tien komt er een overvalwagen van de politie met 15 agenten. Enkele meters voor het standbeeld van Jeroen Bosch wordt er gestopt en laat men de koplampen over de groep schijnen. Eén minuut krijgen de aanwezigen om zich te verspreiden, zo meldt een mobilofoonstem. Dat gebeurt. Volgens de politie is er geen toestemming. De onduidelijkheid wordt opgelost: de poëzie-bijeenkomsten („geen happenings maar een poetry reading”) mogen op zaterdagavond worden gehouden.
Op zaterdag 6 augustus 1966 wordt de eerste legale 'happening' in 's-Hertogenbosch gehouden. De stad is daarmee eerste in ons land waar dit mogelijk is. Geen wonder, dat die avond het voorlezen wordt besloten met het zingen van 'For he is a jolly good fellow' voor burgemeester Lambooy. De bijeenkomst verliep ongestoord.
|